Vanaf 01/01/2020 is er een nieuw verplicht EPC van toepassing, dit bij de verkoop of verhuur van kleine niet-residentiële gebouwen of gebouwdelen.
Wat is nu een niet-residentiële eenheid?
Dit betreft een gebouw (of gebouwdeel) waar niet in gewoond wordt. Voorbeelden zijn een kantoor, handelsruimte, restaurant, praktijkruimte, kleinhandel…
Het gaat om een zeer brede omschrijving maar toch zijn er enkele uitzonderingen bepaald:
Industriële gebouwen, religieuze gebouwen, stallen, serres en werkplaatsen van een landbouwbedrijf en tijdelijke niet-residentiële gebouwen (die niet langer dan 2 jaar worden gebruikt) behoren tot deze uitzondering.
Ook voor alleenstaande niet-residentiële gebouwen kleiner dan 50m² (bijvoorbeeld een poolhouse in de tuin) is geen EPC nodig.
Ook de bruikbare vloeroppervlakte is een criterium dat bepaalt of een EPC voor kleine, niet-residentiële gebouwen nodig is bij verkoop of verhuur. Het EPC is namelijk enkel verplicht indien de bruikbare vloeroppervlakte niet groter is dan 500m². Indien meerdere niet-residentiële eenheden aanwezig zijn mag de totale oppervlakte van het geheel van eenheden niet groter zijn dan 1000m².
Het EPC zal een label bevatten tussen A+ en F, van heel energiezuinig tot energieverslindend, en tevens aanbevelingen bevatten om de eenheid energiezuiniger te maken.
Het EPC blijft tot op vandaag een adviserend attest. Er worden momenteel dus nog geen gevolgen gegeven aan een goed of slecht label. De bewustwording van kandidaat kopers en huurders wordt echter alsmaar groter en een goed label is dus ook van stijgend belang…